Door ds. Wim Scheltens
Ayaan Hirsi Ali verklaart haar overstap naar het christendom als volgt: ‘Ik heb tijdens mijn eigen lange reis door een wildernis van angst en zelftwijfel ingezien dat er een betere manier is om met de uitdagingen van het bestaan om te gaan dan de islam of ongeloof te bieden hadden.’
Opmerkelijk is, hoe ze aangeeft: ‘In tegenstelling tot de islam is het christendom zijn dogmatische fase ontgroeid. Het werd me steeds meer duidelijk dat Christus’ boodschap niet alleen een beperkte rol van godsdienst, apart van de politiek, suggereert. Het predikt ook compassie voor de zondaar en nederigheid voor de gelovige.’ Zo staat in het Nederlands Dagblad van dinsdag 14 november. Ze vindt ‘leven zonder spirituele troost uiteindelijk ondraaglijk’. En het christendom moet ons beschermen tegen allerlei politieke krachten.
Bedreiging
Ze ziet de bedreiging van drie kanten komen: opleving van het autoritarisme en expansionisme van de grootmachten (China en Rusland), het wereldwijde islamisme en de woke-ideologie, die de morele vezels aantast en de nuance tussen goed en kwaad weg haalt, omdat alles in termen van racisme en onrecht wordt benoemd. Ze ziet het enige geloofwaardige antwoord liggen in het hoog houden van de erfenis van de joods-christelijke traditie. Daarbij roemt ze vooral vrijheid van meningsuiting.
Zin en doel van het leven
Voor haar is het atheïsme leven zonder spirituele troost en dat vindt ze onverdraaglijk en zelfdestructief. De grote vijanden van deze tijd hebben haar naar het christendom geleid. Het atheïsme slaagde er niet in om een eenvoudige vraag te beantwoorden: wat is de zin en het doel van het leven?’
Normering en bemoediging
Als ik dit op me in laat werken, denk ik dat hier twee belangrijke dingen aan de orde komen. Dat is om te beginnen een duidelijke omschrijving van goed en kwaad, de normering. Als Rusland een oorlog begint in Oekraïne, is dat een oorlog en met geweld en terreur en geen politieke operatie, zoals Poetin zegt. Als Hamas zegt op de koop toe te nemen, dat tienduizenden burgerslachtoffers nodig kunnen zijn om hun ideologie te handhaven, is dat een mensonwaardige miskenning van normen. Het tweede is de onmisbare inspiratie tot geloof, hoop en liefde. Dat je ertoe doet, dat je geliefd bent en dat er wat van je verwacht wordt en dat je weet, dat er zoiets is als troost en zegen, ons ten goede. Dat geen dogmatisme, maar doorleefd geloven. En daar komt het op aan: ‘Ik en jij’, zou Martin Buber zeggen.
Hand in hand
Die normering en bemoediging gaan hand in hand. Ze bestaan niet zonder elkaar. En als dat in de verkondiging in de kerk een rol blijft spelen, is dat pure winst. Want je mag de bemoediging ervaren, dat je op een goede weg bezig bent. Ja, dat mensen wat aan je hebben, spoort met de geboden, maar het geeft ook voldoening en tevredenheid. Dat zie je zo mooi in het Bijbelboek Ruth, waar je het gebod over de oogsttijd voor je ogen in praktijk ziet gaan. Het laten liggen van koren aan de rand van het veld is een geste voor de vreemdeling.
En het losserschap komt ook zo mooi in beeld bij Boaz en Ruth: een kinderloze weduwe zal via het zwagerhuwelijk van het losserschap een man kunnen krijgen die voor nakomelingschap kan zorgen. Zo wordt de naam van de overleden echtgenoot in ere gehouden. De geboden zijn er dus ons ten goede, dat het leven weer verder kan in een bemoedigende sfeer.
Geloofwaardig?
Zou het christelijk geloof een geloofwaardige antwoord kunnen bieden op de uitdagingen van onze tijd? Als je nadenkt, waarom God ons vertrouwen kan krijgen, is dat toch, omdat God je niet bij de neus neemt. Hij is de God van de liefde en de genade, de barmhartigheid, de vrede, de zachtmoedigheid en het geduld. Dat is toch de hoofdreden waarom we Hem serieus te nemen. Ook omdat Hij uit liefde voor de wereld zijn Zoon heeft gegeven.
Vijandschap wegnemen
In de tijd van advent mogen we ons instellen op de doelstelling van de komst van Jezus. In de adventstijd mogen we al proeven, dat Hij komt om verzoening te brengen die de vijandschap wegneemt (Efeziërs 2:16). Dat is een waardige roeping, die onze inzet ook mag vullen met verzoeningsgezindheid. Dat is wel een andere toon dan de actualiteiten vandaag weergeven. In deze wereld voelen we de vijandschap tussen Rusland en Oekraïne, tussen de Hamas en Israël. We voelen de vijandschap tussen ideologieën vol van haat en geweld en terreur. Nietsontziende strategieën braken hun verderf uit. Weerloze burgers snakken naar vrede. Hoe kan de vijandschap worden opgeheven?
Goede daden
Ik blijf nog even bij Efeziërs 2, nu vers 10 ’ Want Hij is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.’ Zo worden we geïnspireerd om de weg van de vrede te zoeken, de weg van verzoening, de weg van beëindiging van haat, nijd, geweld en terreur. Wat is het niet geweldig positief om te voelen dat we mogen meehelpen naar het zoeken van de beëindiging van vijandschap… Daarom is naast de normering en bemoediging ook de diaconale betrokkenheid zo belangrijk voor de kerk. Bij God vind je de wijsheid om te ontdekken wat goed en kwaad is. Rond de komst van Jezus, zoals in Lucas 1 en 2 beschreven is, wordt merkbaar hoe heil en vrede weldadig aan de orde komen, als de Vredevorst in ons midden is. Laat Hem maar zijn werk doen onder ons en in de hele wereld.