Als de kerk vloeibaar wordt…

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Als de kerk vloeibaar wordt… op de ontmoetingsochtend van het Confessionele Beweging 1 oktober ging ik op zoek naar taal om deze zin af te maken, taal om na te denken over de verhouding kerk, instituut, gemeente, samenleving en millennials. Millennials (geboren circa 1985-2000) noem ik expliciet, omdat zij de vloeibare generatie belichamen. Voor mensen die in West-Europa geboren zijn vanaf circa 1985 geldt, meer dan in eerdere eeuwen, dat er geen vaste identiteit is. Je hele identiteit moet je vanaf je geboorte construeren, niets ligt vast. En die identiteitsconstructie is een individuele opdracht geworden dat voorzien is van torenhoge verwachtingen.

Door Ronelle Sonnenberg

Met dat je het woord vloeibaar in je titel Als de kerk vloeibaar wordt opneemt kun je niet om socioloog Zygmunt Bauman, grondlegger van de term ‘liquid modernity’, heen (1999). Met vloeibaar modern bedoelt hij een samenleving waarin de omstandigheden waarin mensen handelen sneller veranderen dan dat handelen duurzaam wordt in gewoontes en routines. Bauman blijft spreken over modern, maar modern krijgt het bijvoeglijknaamwoord vloeibaar. Vloeibare moderniteit. Moderniteit dat wijst op noties als beheersen, controle, en maakbaar staat voorop. Vloeibaar dat wil zeggen instituties en autoriteit vallen weg. De maakbaarheid van het leven komt zo in individuele handen. Dat lijkt een vorm van vrijheid, maar doordat de bescherming van het individu weg valt, niet in de laatste plaats op internet zelf, is dit op haar beurt weer met vragen en zorgen omgeven. De macht is verschoven van de georganiseerde politiek naar the space of flows in de netwerksamenleving (Manuel Castells 2004). Maar deze tijd brengt veel onzekerheden. Liquid fear is een van Baumans andere concepten (2006). Bauman, beschrijft de veranderingen, maar evalueert deze ook. En dat doet hij kritisch, in die zin dat vloeibaar ook altijd om solid vraagt. Het momentane en de korte termijn is niet genoeg in het licht van de mondiale onzekerheden (2012). En in aansluiting bij het denken van Levinas bekritiseert Bauman alles wat riekt naar individualisme. Er is altijd een ander die een appèl doet en waardoor we tot zelfverstaan (kunnen) komen.
De term liquid/vloeibaar wordt door andere auteurs opgepakt, bijvoorbeeld door de Britse theoloog Pete Ward die in 2002 Liquid Church als titel aan zijn boek meegeeft. Hij is minder kritisch over het liquid en geeft aan dat de kerk die niet het vloeibare omarmt in deze tijd geen kans van slagen heeft. De Britse Ruth Perrin deed onderzoek naar millennials (2020). Relationaliteit en authenticiteit staan bij hen voorop, evenals de waarde van tolerantie en participatie. Nederlands onderzoek naar missionair handelen van jongeren uit de orthodoxe hoek van de kerk laat ditzelfde zien voor adolescenten (Visser-Vogel en Sonnenberg, 2020). In de pluriforme context van vandaag de dag staan die waarden centraal. In de kerk zijn die noties ook van belang en niet alleen omdat millennials en jongeren dat zeggen, er zijn ook (bijbels)theologische argumenten te bedenken.

De kracht van de metafoor Als de kerk vloeibaar wordt

Bauman spreekt over vloeibare moderniteit. Vloeibaar wijst op de intrinsieke veranderingen van de moderniteit. De moderniteit die haar eigen spelregels niet meer kan volhouden. En, zo interpreteer ik de normatieve evaluatie van Bauman, liquid kan niet zonder solid. Maar solid, dan op de manier van liquid. Bauman gaat ons voor in de oefening om met twee verbindende woorden te spreken. Vloeibare moderniteit. Die tegenstrijdigheid krijg je conceptueel niet goed bij elkaar. Zo’n woord ontstaat in reactie op een ontwikkeling, en heeft de neiging om een dualistische werking te hebben: tegenover zwaar/solid zetten we licht/vloeibaar en dat proberen we vervolgens weer samen te brengen.
Gelukkig hebben we in de theologie naast conceptuele taal ook beeldtaal, en verbeelding. Oudtestamentica Marjo Korpel heeft mijn ogen geopend voor de wereld van metaforen in de bijbel. Er is een kernmetafoor, bijvoorbeeld herder en daar komen andere metaforen bij ‘staf, stok, schaap, hoeden, weiden’. Die metaforen hebben een verwijzende en openbrekende kracht en hebben de potentie iets van God te laten zien. Ik kan me nog een oefening herinneren waarin ze ons uitdaagde om zelf een metafoor te bedenken in relatie tot God. Ik weet niet meer wat ik heb bedacht, maar wel dat dit perspectief van metaforen en het oefenen daarmee mijn kijk op de bijbel heeft verrijkt en mij ook gevoeliger heeft gemaakt voor het heilige spel van de liturgie.
In lijn met deze oefening, van jaren terug, heb ik de zin van deze dag afgemaakt. Elke metafoor is beperkt net als concepten dat zijn. Het theologische gesprek gaat door, maar tegelijkertijd doet een beeld een appèl, het roept verlangen wakker, het maakt onrustig, of het helpt je om middels identificatie tot zelfverstaan te komen. Het gaat dan ook niet zozeer om het beste beeld, maar om een beeld dat evocatief is.
Daarom: als de kerk vloeibaar wordt dan drinken we samen een goed glas wijn.
Vorm is inhoud en inhoud is vorm. Zonder het glas vervloeit de wijn. Het glas kan verschillen, maar niet alles is even goed: wijn uit een plastic beker smaakt toch niet zo lekker. Het glas kan natuurlijk ook een beker zijn, een fles of een vat. Dat ik even vasthoud aan het glas heeft te maken met het volgende. Het transparante maakt dat we zicht houden op de wijn en niet enkel de institutionele kaders zien, tevens is het glas open om te drinken en ook bedoeld om te drinken. Dan pas komt het glas tot zijn bestemming. Tegelijkertijd brengt een glas ons ook bij de handeling van glasblazen. Ook voor het glas is adem, Ruach, nodig. Een glas wijn, het is een metafoor, waarin bijbels noties resoneren: Bloed, avondmaal, Christus, samen, spirit, de wijn is op, traditie, feest.
Als de kerk vloeibaar wordt (of wellicht beter is), dan wat mij betreft op zo’n manier dat de kerk een transparante en veilige plek en gemeenschap is waar houvast en existentiële vreugde hand in hand gaan. Als de kerk vloeibaar is dan wat mij betreft op zo’n manier dat door de onzekerheden heen of door de vooroordelen heen, millennials en boomers elkaar ontmoeten en elkaar helpen om zicht te houden op het feit dat de kerk, kerk is in een wereld waar de wijn opraakt, vreugde vaak ver te zoeken is en te veel mensen, ook millennials, alleen en in stilte drinken.

Uitleiding

Eigen aan de kerk, zeker in de protestantse traditie, is dat er zowel een sacramenteel verstaan is van de kerk en de liturgie, met een bepaalde orde, historie, structuur en zintuiglijkheid, evenals een pneumatologisch verstaan van de kerk en de liturgie, met een bepaalde dynamiek en contextualiteit (Barnard 2019). In het DNA van de protestantse kerk zit dat er ruimte is voor pluriformiteit, laten we dat hooghouden en inbrengen in de wereldkerk, en tegelijkertijd kan dat alleen vruchtbaar zijn, als er ook goed veilige en herkenbare kaders zijn ten dienste van veiligheid, vrijheid en vreugde voor eenieder en van het geheel. Ik denk, in lijn met Bauman, aan ethische connotaties als verdeling van macht, heldere procedures bij onethisch gedrag. Maar ook aan een gerichtheid op de oecumene. Ik denk ook aan beproefde methodes. Nieuw is niet altijd beter. Ik denk aan belijdenisgeschriften van de kerk waarin in een bepaalde tijd en context belangrijke kernen van het christelijk geloof op noemer zijn gebracht. We staan op de schouders van het voorgeslacht. En ik denk aan het basisgegeven dat christenen ‘aan elkaar gegeven zijn, in Jezus naam’ en zo kerk zijn.

Ronelle Sonnenberg is universitair docent aan de PThU (o.a. de predikantsopleiding van onze kerk).