Wie is Jezus voor ons? Liederen van Paul Gerhardt

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Zou niet elk echt goed lied uit het hart en de gebeurtenissen worden geboren? In een bekend lied raakt Paul Gerhardt direct de goede snaar, dat beleef ik. ‘Beveel gerust uw wegen, der trouwe hoede en zegen van Hem, die ’t al regeert. Zo zal Hij alles maken, dat ge u verwonderen moet’, Liedboek 1973 (LB73) gezang 427, Liedboek 2013 (NL) 904. Hij zou het zomaar hebben kunnen neerschrijven in de tijd dat hij bij het graf stond van vrouw en kinderen en hij als predikant grote moeite meemaakte.

Door ds. Diemer de Jong

Paul Gerhardt schreef liederen voor thuis en voor koren. Dat waren nog eens tijden, dat je thuis samen zong. Dat zijn we wel een beetje kwijt denk ik. Maar wie weet komt het terug, met headset en streamen en samen. Zijn componisten maakten de muziek. Johann Crüger in de Nikolaikirche te Berlijn zette ze in zijn veelgebruikte liedboeken, zo werden ze erg bekend.

Zingen in het duister

Als derde predikant van de Nikolaikirche in Berlijn maakt hij problemen mee. Hij had de Konkordienformel ondertekend waarin het Calvinisme werd afgewezen. En hij voelde zich als hartstochtelijk Lutheraan hieraan gebonden. Keurvorst Friedrich Wilhelm III wilde harmonie en de handtekening van alle predikanten onder een bevelschrift waarin het vreedzaam samenleven van Lutheranen en Calvinisten werd bevolen. Gerhardt hield zich hier aan in zijn spreken maar wilde niet tekenen omdat hij vond dat de predikanten vrij moesten zijn om te zeggen wat zij wilden. Hij liet zich liever uit zijn ambt zetten en dat gebeurde in 1666. ‘Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan.’

Teveel gezegd?

Zijn liederen zingen we vaak. Achterin LB73 staat een register van componisten, dichters en vertalers, bij Gerhardt 13 liederen. Vertrouwen in God, dat schrijft hij, blijdschap en verdriet zijn er, ja, maar de Heer is erbij. Onwankelbaar geloof in God. Dat werd ook tegengesproken, de Verlichting kleurde het geloof en denken en ze zeiden dat je het niet zo eenvoudig kon zeggen of zingen, dat de mondige mensen tegenwoordig beter weten. Ik laat dat even staan zo. Maar zeg erbij dat zingen tweemaal bidden is, zoals Augustinus misschien zei, en dat wil zeggen dat zingen intens is als een onderstreping van waar we geen woorden voor hebben uit ons hart. ‘Gij hebt mij voor ik spreek gehoord’ zegt David in Psalm 139.

Advent en Kerst

Met Advent en Kerst zingen wij zijn liederen ook. Hoe zal ik U ontvangen en Ik kniel aan uwe kribbe neer en Dansen wil mijn hart.

Hoe zal ik U ontvangen, LB73 gezang 117, NL 441
Jezus is in dit lied de Lichtdrager in onze duisternis. Daar word je blij van en zingen is als de palmtakken die Hem op weg naar Jeruzalem eer brachten. Jezus is de verzoener die onder miljoenen mensen ook mij ziet. De trooster die voor ons staat, is Hij.
Paul Gerhardt  werd in 1607 bij Wittenberg geboren. Zijn vader was burgemeester. Hij studeerde  theologie in Wittenberg, het bolwerk van het Lutheranisme. In 1642, klaar met zijn studie, werd hij huisonderwijzer in Berlijn in het gezin van advocaat Berthold. In 1651 nam hij een beroep aan van Mittenwalde, ten zuiden van Berlijn en trouwde met de jongste dochter van Berthold. In zijn moeilijke tijd als dominee stierven drie van zijn vier kinderen en in 1668 stierf ook zijn vrouw. In 1669 nam hij een beroep aan van Lübben, Brandenburg. Daar overleed hij in 1676.
In ‘Hoe zal ik U ontvangen’ zingen we dat Christus’ opstanding ons leven verandert. De grote morgen schemert al boven ’t graf. Staande bij het graf mogen we geloven dat Hij als eersteling van de doden weg liep uit het graf en dat de Vader ook ons zal doen opstaan met Hem, Jezus de Zoon.
In onze diepe nood staat Hij naast ons. Ik lag machteloos gebonden, Gij komt en maakt mij vrij. Hij was juist daarom van zijn troon afgedaald, omdat Hij diepbewogen is en zo graag bij u wil zijn.

Ik kniel aan uwe kribbe neer, LB73 gezang 141, NL 475
Met de herders en wijzen. Stel je was in de stal. Op een meter van de wijzen, goud, wierook, mirre, ook de herders, ruige mantels, geschuurde knuisten, ongeschoren kinnen, je ziet en hoort en ruikt ze. Dichtbij Maria en Jozef, je ziet Jezus, een kindje in de voerbak. De enthousiast roepende herders die vertellen van het Ere zij God en de engelen worden steeds stiller.
We zijn verlegen verwonderd als we Maria zien en we knikken Jozef toe en we gingen met iedereen daar op onze knieën. En stel je voor waar jij zelf dan had gestaan. En wat had je zachtjes tegen God in de hemel gezegd? Had je een liedje geneuried? Was je vol ontzag en had je een traan van vreugde, daar geknield bij Jezus? Hoe was je leven daarna verder gegaan? Was Jezus meegegaan in je hart en was je Hem ook trouw gebleven?
Paul Gerhardt laat het ons zingen: Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven. Ik draag U als geschenken aan wat Gij mij hebt gegeven. Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Werd Gij een kindje arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven. Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen, uw gloed heeft mij genezen.
Jezus is alles voor ons. Dat laat Paul Gerhardt ons zingen. En zijn liederen zijn bekend geworden, ook geliefd en ze raken je diep ook door de melodieën. Wanneer iets diep de snaren van je ziel beroert, dan komt er een klank opgang die verder reikt dan je denken en voelen kunnen gaan. Het zijn met recht geloofsliederen, die je geloof kunnen zingen en die ons ook zingend, misschien ook na een tijd opnieuw, bij de Heer kunnen brengen.

Dansend hart, LB73 gezang 144, het staat niet meer in het nieuwe Liedboek. Zo zie ik de herders wel, daar in de stal, dansen en springen. Met de engelen samen daarboven, want in de hemel dansen ze, zingen we met NL 726 Hoor een heilig koor van stemmen, psalmen zingend, palmen dragend, in de hemel is een dans.
Wie is Jezus voor Gerhardt in dit lied? Hij is de gezalfde, Christus is geboren en Hij is de bevrijder die de dood wegdoet. Hij roept de mensen: Kom bij Mij als je moe bent, kom bij mijn kribbe. Daar bedoelt Gerhardt natuurlijk mee dat we in de stal bij het wiegje van Gods Zoon zien hoe laag Hij wilde bukken en komen, hoe Hij net als wij geboren is en in deze wereld kwam. Tussen al die ruzies in en de slechte huwelijken, de ziektes en de faillissementen, de discussies vol onbegrip en het grensoverschrijdende gedrag, in mijn rommeltje en schuld, in de onherstelbare situaties. Hij kwam en Hij is liefde van God en Hij is leven. Hij wil ons vrolijk maken, dansen, springen. Dus klinkt in dit mooie lied de uitnodiging: Kom, als je lijdt onder je geweten en als je erg gewond bent, u bent door God niet vergeten, in dit Kind heb je gevonden die geneest hart en geest en verbindt uw wonden.

Gebed

Deze regels samen zijn een gebed voor de kersttijd en ook elke dag: Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus. Wil zelf uw fakkel dragen in onze duisternis. En laat mijn ziel in vreugde en smart bij U geborgen wezen.