Door Wim de Bruin
1. Een therapeutische geloofsbeleving
God is de grote Verzorger geworden. Kijk eens naar zo’n Tv-programma ‘Petrus in het land’. Het is een mooi programma, vol voorbeelden van zorgzaamheid in dienst van onze zorgzame God. En het luistert nauw, want dit zijn bijbelse lijnen. Maar ze zijn deel van een breder verhaal: de bijbelse boodschap van een God die een geding voert met deze wereld en met de mensheid. De boodschap van Jezus Christus die in het centrum daarvan ging staan en de bliksem opving. Die na zijn hemelvaart zijn kerk en de wereld leidt naar hun voltooiing in Gods grote toekomst. Door bittere strijd en tegenstand heen. De spanning en heftigheid zulke noties maken velen, ook binnen onze kerkelijke gemeenten, moeilijk mee. Toch kunnen ze niet gemist worden. Ze zijn nodig om de diepste nood en redding van een mensenleven te peilen. Nodig zijn ze ook om wezenlijk iets bij te dragen in het gesprek over de grote zin- en levensvragen.
2. Depersonalisering en onthistorisering van God
Is God nog een Persoon? Een sprekend en handelend subject, die een geschiedenis volvoert met mensen, met een volk (Israël), met zijn kerk en wereld? Dit gaat over de bijbelse geschiedenis van Gods volle openbaring in Jezus Christus ‘in het midden van de tijd’ en de verwachting van de vervolmaking van Gods Koninkrijk die het leven en werken wil stempelen.
Om ons heen zie ik nieuwe varianten van een geloof dat God depersonaliseert en onthistoriseert. Buiten de kerk (‘iets’-geloof, mystieke beleving) zie ik ze, maar ook binnen de kerk: God als leidend principe, als verbindend gevoel (of substantie?) van liefde of goedheid, als levensbron in onszelf. Waar in de oude vrijzinnigheid vooral de rede voorop ging, lijken in de moderne varianten vooral het gevoel en de menselijke autonomie leidend te zijn. Oude, vertrouwde woorden worden dikwijls nog gebruikt en het klinkt al gauw nabij en sympathiek. Maar wordt hier ook echte troost en hoop geboden als er niet meer een evangelie van de overzijde klinkt? Woorden van en over een persoonlijke, sprekende en handelende God? Met als ijkpunten zijn weg met Israël en de bedeling van de Geest waarin wij thans leven. En in het centrum ook hier Jezus Christus als ‘het midden van de tijd’.
3. Verzoening, objectief en subjectief
De centrale plek van het verzoenende werk van onze Heer Jezus Christus is bij uitstek een confessioneel thema. Daarbij benadrukken we de objectiviteit van het heil. We mogen vertrouwen op Gods beloften in Christus en protesteren tegen ingewikkelde routes van toe-eigening volgens met een vereiste ‘orde van het heil’. Tegelijk is ook de ‘subjectieve’ verbinding van ons leven met dit evangelie een wezenlijk bijbels element.
Het blijft ook in een gewone, confessionele gemeente, vaak een zoektocht hoe we aan deze bijbelse lijnen recht kunnen doen. Ik denk aan een doopdienst, met dankbare jonge ouders die Gods liefde voor hun kindje oprecht verlangden. Maar die ene zin in de dooponderwijzing “dat wij allen delen in zonde, schuld en oordeel” vonden ze heel lastig. Het klonk toch al heel wat milder dan wat ik 30 jaar geleden in mijn eerste gemeente als doopvraag stelde: ‘Belijdt gij dat onze kinderen in zonde ontvangen en geboren en daarom aan velerlei ellende, ja zelfs aan het eeuwige oordeel onderworpen zijn….’. Daarop volgden overigens geweldige woorden over het ‘in Christus geheiligd zijn’. Met volle nadruk op het objectieve heil. Om daar iets van te vatten, heb je – als in zo’n lichtend schilderij van Rembrandt – dan toch de tekening van de donkere achtergrond nodig.
De verzoening de Christus blijft een mysterie, waar we met onze belijdende woorden en beelden omheen cirkelen. Verzoening door voldoening? Niet als rekensom, wel als een stamelend belijden van het wonder van Gods opofferende liefde, het geheimenis van een God zelf de verantwoordelijkheid neemt voor zijn gevallen wereld. Dat is breder dan de redding van mensen. Tot de kern van dit evangelie behoort wel de persoonlijke oproep aan ieder mens: ‘Laat u met God verzoenen!’
4: Maakbaarheidsdenken
De maakbaarheidsideologie is een kenmerk van onze huidige cultuur en werkt ook door theologie en geloofsleven. Over de bevrijdingstheologie van de jaren ’70 en ’80 in de vorige eeuw horen we in Nederland niet zoveel meer. Een zeker activisme in het christelijke denken over milieu en klimaat doet me er wel aan denken. Dat er rond dit thema een grote schuld en opdracht ligt, is hier geen punt van discussie. Wel stel ik de vraag naar de verhouding van de door ons mensen te ondernemen actie en het van God verwachte heil. De antwoorden die ten aanzien van het thema van rubriekje 2 van dit artikel worden gegeven, zijn hiertoe heel bepalend. Zou het kunnen dat wie de toekomst primair van Christus verwacht, zich des te meer – maar ook in een gelovige ontspannenheid – inzet voor het zo goed mogelijk bewaren van Gods schepping?
Het moet allemaal kort in dit artikel. Toch noem hier ook de evangelische beweging met wie we ons in grote mate verwant weten en waarvan we ook veel mogen leren. De heilige Geest en zijn gaven waren vele jaren een ondergeschoven kindje in de kerk. In de goede gedachtewisselingen hierover zal ik als confessioneel christen wel steeds Gods soevereiniteit en de vrijheid van de Geest benadrukken. De gaven van de Geest moeten ook dichtbij het evangelie van Christus worden gehouden. Naar Hem en zijn Koninkrijk leiden ze, Hem dienen ze. Als je dat los gaat maken, de valkuilen en pastorale ongelukken op de loer. Ik heb het met name rond het hunkeren naar en claimen van genezing op gebed te vaak zien gebeuren. En ja: wij leven na Pasen en de overwinnende kracht daarvan mag ervaren worden. Maar (naar Blaise Pascal) ook het kruis begeleidt ons tot het einde der dagen op onze weg.
5. Identiteit, gender en seksualiteit
Meer dan ooit liggen in onze tijd deze vragen op onze bordjes. En het gaat om mensen. Mensen die zoeken naar wie ze zijn, die willen leven zoals ze in wezen menen te zijn. Het is goed, zeg ik, dat er in onze tijd wegen en mogelijkheden zijn om mensen een mensen een begaanbare weg te bieden. Tegelijk maakt de discussie op het gebied van gender en medisch handen mij duidelijk dat het nog niet zo eenduidig ligt. Hoe zit dat nu met identiteit? En wat betekent het wanneer we vanuit het christelijk geloof onderkennen dat ons aller menselijke identiteit gebroken is? Dat woord ‘gebrokenheid’ willen autonome moderne mensen niet meer horen, en toch? Hoe verhouden onze gebroken identiteiten tot de in Christus geschonken identiteit van ‘kind van God’? Die laatste kan onze schepselmatige identiteit niet vervangen. Geeft ze misschien wel ruimte om meer ontspannen met onze schepselmatige identiteit om te gaan en daarin een begaanbare weg te zoeken? Of kan de in Christus geschonken identiteit een krachtbron zijn om te leren leven met gebrokenheid? Laten in onze Confessionele Beweging deze gesprekken plaatsvinden, in openheid en kwetsbaarheid, rondom de kern van ons belijden dat Jezus Christus ons mens-zijn, de kerk en Gods wereld draagt.
Dr. Wim de Bruin is predikant van de Hervormde Gemeente Bleiswijk (wijkgemeente Dorpskerk), bestuurslid van de afdeling Zuid-Holland/Noord-Brabant en voorzitter van de Taakgroep Gemeente en Theologie van de Confessionele Beweging.