Retourtje Jeruzalem - Emmaüs

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Verslagen en verward gingen ze heen, warm en blij kwamen ze weer. Een retourtje Jeruzalem - Emmaüs, waarvan de heenreis in geen vergelijk met de terugreis stond.

Door ds. Diemer de Jong

Ze dachten dat Jezus bevrijding zou brengen. Hun hoop, dat was het toch, een vast vooruitzicht dat het zo zou gebeuren, was de grond ingeboord door het sterven van Jezus aan het kruis. Ze waren in verwarring. De berichten van de vrouwen hadden hen in verwarring gebracht. Die waren ’s morgens vroeg bij het graf geweest en zagen daar het lichaam van Jezus niet. De Heer was er niet. Ze hadden er engelen gezien en gesproken. Deze hadden gezegd dat Hij leeft. Toen waren er nog andere leerlingen naar het graf gegaan om te kijken, maar ze zagen Jezus niet. Dit was de stand van zaken.

Naar huis

Ze liepen terug. Verwarring maakt vaak dat mensen in hun schulp kruipen. Je trekt je terug. Ze gaan terug naar Emmaus. Daar wonen ze. Wat er feitelijk gebeurd is ook het volgende. Ze gaan dus bij de gemeenschap weg. Ze vertrekken en gaan alleen thuis zitten. Ik zou niet zeggen als een mokkend mens alleen op zijn kamer, maar toch lopen ze weg. Dat gebeurt vaak in ons leven. Je loopt bij de ander weg omdat het niet gaat zoals je wilt. Dat is wel jammer. Soms heb je wat tijd nodig om tot jezelf te komen. Er is genoeg gezegd. Je bent er moe van. Iets nieuws kun je niet meer vertellen en van de anderen hoor je ook alleen maar dingen die al eens gezegd zijn. Je bent teleurgesteld en moe. Je gaat naar huis. Maar ja, dan ben je de verbondenheid ook kwijt.

Hij gaat mee

Er is een mooi schilderij van deze twee die naar Emmaüs liepen. Naast hen is een derde figuur geschilderd. Een beetje transparant. Hij is er wel, maar misschien hebben die twee die er lopen dat niet door. Zo was het toen ook. Jezus was erbij en sprak hen ook aan. Dat is de werkelijkheid van het geloof. Hij is elke dag bij ons. Hij gaat niet weg. Als er verwarring is reageert Hij zo: Hij komt erbij. Maar wij hebben daar niet altijd oog en oor voor. Toch mag je ervan uitgaan dat Hij erbij is. Hij heeft het beloofd: Ik ben elke dag met jullie, Matteüs 28: 20.

Confronterende vraag

Als Jezus met hen oploopt stelt Hij een vraag. Hij zegt: Hebben jullie dan zo weinig verstand en zijn jullie zo traag van begrip? Ze kenden de profetenwoorden heus wel. Maar ze hadden een eigen uitleg daarvan en ze kwamen daar niet los van. Hun domheid had te maken met hun beeld van God. Zij hadden gedacht dat God zou ingrijpen en Jezus zou redden van het kruis en dat Jezus dan de Bevrijder zou worden. Zo interpreteerden zij de profetieën over de komende Messias. Deze zou het volk vrij maken van de bezetter en Hij zou Koning zijn over een rijk van vrede, concreet in hun wereld, werkelijk hier en nu. Met wetten en macht om die te handhaven en gerechtigheid en liefde zouden de boventoon voeren. Ze konden helemaal niet begrijpen dat lijden daarbij kon horen. Dat paste totaal niet vonden zij.

Het Woord is aanstekelijk

Dit is het prachtige verhaal van twee leerlingen die hun geloof kwijt raakten. Het vuur brandde niet meer en ze gingen naar huis, ze verlieten de groep de gemeenschap, de warme verbondenheid. Want alles was hen uit handen geslagen, geen hoop en geen geloof meer, een toestand van verwarring. Maar het wordt de geschiedenis van het retourtje. Ze gaan direct weer terug. Ze zoeken de groep weer op. Ze willen weer bij de gemeente zijn. Ze popelen om te delen wat hun overkomen is.
Wat was hen dan overkomen? Het Woord was ingeslagen. Omdat Hij het sprak. Ze hadden de levende Heer gezien en gehoord en herkend. En juist in die gebeurtenis was hun hart weer warm geworden. Toen werd het licht van binnen en zagen ze Hem. Hun ogen waren vertroebeld, ze hadden een waas ervoor. Nu werden hun ogen geopend en begrepen ze het met hun harten, zagen ze en hoorden ze dat Jezus leeft. Het was gekomen toen Hij sprak. Dat de Messias zou lijden om te leven. Dat Hij zou dragen om te overwinnen. Dat Hij niet zomaar in een mensenleven zou komen om zich voor te stellen. Dat Hij niet alleen een woord van troost en oproep zou hebben. Dat Hij niet zomaar een arm om de schouder zou leggen en zou spreken van een betere wereld. Nee, Hij sprong er midden in. In het lijden, in de schuld, in de aanklacht, in de strijd, in de duisternis. Hij droeg de zonde. En zoals een lam dan werd weggestuurd de woestijn in, zo droeg Hij de zonde van de mensen weg. Zo was de weg van de Messias. Door het lijden heen naar de glorie.

Wat werden we warm hè?

Toen zij de Heer herkend hadden bij het breken van het brood thuis, was Hij gegaan. Zij zeiden toen tegen elkaar: werd jij ook zo warm van binnen? Was het in jouw hart ook alsof het vuur brandde, toen Hij vertelde van Gods Woord, toen Hij de Schriften echt opendeed? Hij gaat mee. Je mag Hem uitnodigen. Hij brengt Gods Woord in je leven. En ze gingen meteen terug naar Jeruzalem. De verwarring had verwijdering en eenzame verwarring gebracht, koude teleurstelling. De levende Heer had sprekend over Gods Woord en belofte het vuur teruggebracht en de hoop en het verlangen om met Hem en de andere mensen samen te zijn. In het blijde geloof dat Hij leeft.