Ontworteling dreigt op platteland

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Als het aan het kabinet ligt, gaat er veel veranderen in de agrarische sector. De uitstoot van stikstof en CO2 moet omlaag om de natuur te redden en de klimaatdoelen te halen. Eerder dit jaar publiceerde het ministerie van Landbouw plannen waaruit bleek dat de veestapel flink moet krimpen en dat gedwongen verkoop van boerderijen niet uitgesloten is. Als deze maatregelen doorgaan, heeft dat niet alleen een enorme impact op de agrarische sector maar op het hele platteland. Wat betekenen de plannen voor de sociale structuren en de ‘culturele identiteit’ van de mensen die in de periferie wonen? Hoe kan massale ontworteling van het platteland worden voorkomen?

Door dr. Jacques Schenderling

Weinig mensen betwijfelen dat het roer om moet in de agrarische sector om ontworteling op het platteland te voorkomen. De schaalvergroting, concentratie van bedrijven en productieverhoging zijn een bedreiging geworden voor mens en dier. Uit onderzoek blijkt dat de biodiversiteit, de gezondheid van de veestapel en de kwaliteit van het oppervlaktewater zwaar onder druk staan. Agrariërs zijn vaak ook niet gelukkig met de ontwikkelingen van de laatste decennia. Velen klagen dat ze volledig afhankelijk geworden zijn van banken, veevoerbedrijven en grote afnemers zoals melkfabrieken of supermarktketens. En ze ervaren weinig steun van deze machtige partijen, als de markt door externe factoren, zoals de vogelgriep of de exploderende energieprijzen, volledig verstoord raakt. Dan krijgen ze te horen dat zulke ‘bedrijfsrisico’s’ bij het vrije ondernemerschap horen.
Tot voor kort beschouwden agrariërs de overheid als een bondgenoot, die zaken voor hen regelde in Brussel en innovaties mogelijk maakte door aantrekkelijke subsidieregelingen. Door de onhandige aanpak van het stikstofdossier is de stemming echter volledig omgeslagen. Het vertrouwen in de overheid is tot een dieptepunt gedaald door uitspraken dat ‘de veestapel gehalveerd’ en ‘de stikstofuitstoot in bepaalde gebieden met wel 90 procent gereduceerd’ moet worden. Hoe is het mogelijk dat het kabinet Rutte IV de emotionele en sociale impact van de beleidsvoornemens zo heeft onderschat?

Ontworteling platteland

Ooit had Twente een bloeiende textielindustrie, Limburg een aantal steenkolenmijnen en Rotterdam enkele grote scheepswerven. In enkele decennia zijn deze bedrijfstakken met elk vele duizenden werknemers uit Nederland verdwenen zonder dat dit geleid heeft tot grote maatschappelijke ontwrichting. Waarom zal een transitie in de landbouw veel meer onrust teweeg brengen? Om dat te begrijpen wil ik verwijzen naar het begrippenpaar ‘verworteling – ontworteling’ dat de Frans-Joodse filosofe Simone Weil (1909-1943) geïntroduceerd heeft in het boek L’Enracinement. Ieder mens heeft wortels in die zin dat hij (zij) verbonden is met de plaats waar hij geboren is, met zijn familie, met zijn werk en collega’s, met de kerk of vereniging waarvan hij lid is, en met het land waarvan hij staatsburger is. Weil stelt dat een mens ‘ergens bij moet horen’ en ‘zich ergens thuis moet voelen’ om een identiteit te kunnen ontwikkelen en zich gelukkig te voelen.
Als mensen op een gezonde manier ‘geworteld’ zijn in een bepaalde gemeenschap levert dat ook voordeel op voor de samenleving: zulke mensen houden zich vrijwillig aan de normen die in de gemeenschap gelden en zijn bereid om zich als vrijwilliger in te zetten voor de buurt, de school of de kerk. Omgekeerd zullen ‘ontwortelde’ mensen vooral gericht zijn op hun eigen belang en op hun privé-genoegens, minder gemotiveerd zijn om iets te doen voor hun omgeving of medemens, en vrijer omspringen met regels.

Verzet zit diep

Het behoeft geen betoog dat agrariërs vaak sterker verbonden zijn met hun leefomgeving, dus dieper verworteld zijn, dan stedelingen. Bij hen vallen werkplek en werkmateriaal (de grond) immers samen met de plaats waar ze wonen (de boerderij) en waar hun sociale leven zich afspeelt (het dorp). Boeren voelen zich existentieel bedreigd als er gezegd wordt dat ze gedwongen kunnen worden hun bedrijf te verkopen, want dat betekent dat ze tegelijk hun woonplek, werk en ‘culturele identiteit’ moeten opgeven. Het is niet verwonderlijk dat zij bereid zijn om tot het uiterste te gaan in hun verzet tegen de plannen die nu op tafel liggen. Voor hun gevoel dreigen ze alles kwijt te raken wat ze hebben opgebouwd en wat hun leven betekenis geeft.
Op het platteland zijn overigens niet alleen ongeveer 50.000 boerengezinnen afhankelijk van de ontwikkelingen in de agrarische sector. Bij allerlei toeleveranciers en verwerkende bedrijven werken nog eens honderdduizenden mensen. Het haastig uitgesproken beleidsvoornemen om ‘de veestapel te halveren’ heeft bij minstens een miljoen mensen op het platteland de alarmbel laten rinkelen. Ook de tractorverkoper of de zaadveredelaar heeft geen toekomst meer, als boeren massaal hun bedrijf moeten beëindigen. Vandaar dat er op het platteland zoveel mensen solidair zijn met de boeren.

Andere weg

Een hervorming van de agrarische sector is onvermijdelijk, maar de cruciale vraag is: met of zonder medewerking van hen die nu de boerderijen runnen? Het uitkopen van boeren is niet alleen een erg dure operatie, maar het zal ook bijdragen aan de ontworteling van een grote groep mensen in de periferie. Dat zal leiden tot ernstige stress in de betrokken gezinnen, tot afbraak van waardevolle gemeenschapsstructuren en tot nog meer politieke versplintering. Maar er is wel degelijk een alternatief, namelijk het medeverantwoordelijk maken van agrariërs bij de transisitie die noodzakelijk is. Zij kennen het buitengebied als geen ander en kunnen meewerken aan de herinrichting van het landschap. Zij hebben veel ervaring met het implementeren van innovaties en ze zijn in staat om in samenwerking met ‘Wageningen’ nog heel wat wereldprimeurs te bedenken. Anders gezegd, overheid en agrariërs, natuurbeschermers en wetenschappers, moeten weer bondgenoten worden in de zoektocht naar een duurzame landbouw en een vitaal platteland. Het zal tijd kosten om het vertrouwen te herstellen, maar uiteindelijk is er geen loyalere groep burgers in Nederland dan juist degenen die hun wortels op het platteland hebben.