Man en baard

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
Misschien vermoedt u een typefout boven deze kroniek maar dat is niet het geval. Ik kom er later op terug in mijn bijdrage. In aanloop naar en voorbereiding op onze algemene ledenvergadering en conferentie laat ik mijn gedachten gaan over onze vereniging en onze Protestantse Kerk in Nederland waaraan wij dienstbaar willen zijn. De jaarrede die ik aan het voorbereiden ben, ligt in het verlengde van deze kroniek. Verrassend genoeg gingen mijn gedachten hierbij in de richting van het speerpunt van het focusnummer van Confessioneel-Credo dat 4 mei verscheen.

Door dr. Jurrien Mol, voorzitter Confessionele Beweging

Uiteraard is onze vereniging breder dan een kring van ambtsdragers of één ambt in het bijzonder, namelijk dat van dienaars van het Woord in welke vorm of inbedding dan ook. Het is juist de moeite die zich manifesteert in het gesprek over de bediening van het Woord en de sacramenten die symptomatisch is voor onze kerk.
Ontwikkelingen in de maatschappij volgen elkaar in rap tempo op, soms zo snel dat je het bijna niet kunt bijhouden. Soms wil je het ook niet bijhouden omdat het je helemaal leegzuigt. Deze maatschappelijke situatie weerspiegelt zich ook in de kerk en de verhoudingen binnen de kerk, bijvoorbeeld in het gesprek over het rapport in de generale synode over de beroepsprofielen van hen die betrokken zijn bij de bediening van het Woord.

Een ontkenning van de veranderende situatie is geen optie naar mijn mening. Evenmin is een star vasthouden aan ‘zoals het vroeger was’ een begaanbare weg. De kerk worstelt al heel wat jaren met de veranderingen en de positie van de kerkelijk werkers die hiervan een verschijningsvorm is. Als vereniging die dienstbaar wil zijn aan deze kerk en binnen deze kerk meedoet, is het goed hier aandacht voor te hebben zoals bijvoorbeeld in het focusnummer van Confessioneel-Credo. De bijdragen helpen ons om te zien hoe complex het vraagstuk van de beroepsprofielen is en welke facetten van belang zijn in de gedachtevorming.
Alles ademt een sfeer van een kerk onder druk. Dit heeft ook zijn weerslag op onze vereniging. Ik deelde mijn gedachten over ons ledental en de leeftijdsopbouw daarvan al eens met u. Juist dat riep reacties op. We zijn geen vereniging in nood maar we hebben wel zorg naar de toekomst toe. De ontkerkelijking en verwereldlijking hebben de bodem nog niet bereikt. Het slechtste wat je dan kunt doen is in de kramp te schieten. Een open houding naar de realiteit en een eerlijk onder ogen zien van het feit dat er krimp is, lijkt me toekomstbestendiger dan te blijven stilstaan met als leus: ‘vroeger was het beter en zo moet het weer worden en daaraan moeten we werken’. Vroeger is voorbij en komt niet terug.

Momenteel lijken wij – kerk en vereniging – op een man die zijn baard geschoren krijgt. Zonder de vergelijking te ver te willen doorvoeren moge duidelijk zijn dat een man wiens baard geschoren wordt, stil moet blijven zitten. Een onrustige klant loopt snijwonden op bij de barbier. Het resultaat van de scheerbeurt wordt slechter in plaats van beter. In onze Nederlandse context worden wij ‘geschoren’. Wie het is die ons scheert, is niet zo eenvoudig te beantwoorden: de tijdgeest, onze eigen lauwheid, of is het de Heer? Ook voor deze laatste mogelijkheid moeten we niet weglopen of de ogen sluiten. Wie te rade gaat in de Schrift en dan met name bij de profeten komt tot het inzicht – en dat is best confronterend – dat de Heer de zijnen aanspreekt. Het stilzitten tijdens de scheerbeurt wil ik zo duiden voor onze vereniging: geen paniekvoetbal spelen. Met een zorgvuldige opbouw kom je veel verder. Die opbouw is gefundeerd op een woord van Paulus uit 1 Kor. 2:2 waarbij ik heb stilgestaan bij de opening van de algemene ledenvergadering: Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. Dit woord is de bodem waar geen ontkerkelijking of verwereldlijking doorheen kan zakken. Het werk van onze vereniging is geïnspireerd door dit woord. Het is de bodem waarop wij staan; de vaste Rots van onze behoud als u een wat klassiekere formulering verkiest. In zijn Naam werken we als vereniging en doen we voorbede voor onze kerk.