Door dr. Wilbert van Iperen
De vraag naar een pastor voor dominees, kerkelijk werkers en pioniers is in de afgelopen jaren vaker gesteld in de synode. Steeds weer wordt het belang van een pastor voor de voorgangers onderstreept. Dr. Henk van der Meulen schreef in 2019 in een artikel in Kerk en Theologie: ‘(…) een pastor moet ook leren niet alleen zorg te geven, maar ook te ontvangen. Van wie?, luidt dan de vraag. Van een medeambtsdrager, een collega, de classispredikant als pastor pastorum?’
Het belang van pastorale zorg voor voorgangers
De waarneming dat voorgangers ook pastorale zorg moeten ontvangen, staat wat mij betreft buiten kijf. In tijden van zorgen of ziekte, maar ook in het ‘gewone’ leven en de reguliere uitoefening van het werk. Mijn ervaring als gemeentepredikant is, dat ik die zorg deels kon ontvangen van mijn collega’s of van een lid van het moderamen. Ik heb ook ervaren dat die rol niet altijd vervuld kan worden door iemand uit de kerkenraad of de gemeente. Je kunt in je jaargesprek of in de veilige bedding van het moderamen persoonlijke dingen met elkaar delen, maar je hebt je ook te verhouden tot de dynamiek in de kerkenraad en de gemeente. Als er door omstandigheden iets verandert in de gemeente of in de persoonlijke verhoudingen, dan ben je als predikant kwetsbaar. Dit geldt in het bijzonder voor de kerkelijk werker, omdat hij of zij in loondienst is. Daarom is het goed dat er mensen buiten de gemeente zijn waar je als voorganger je hart kunt luchten en die jou een spiegel kunnen voorhouden. Een bevriende collega uit een ander deel van het land, een supervisor of een collega van de landelijke commissie voor pastoraat in bijzondere omstandigheden.
Hiermee heb ik de vraag of de classispredikant ook de rol van pastor pastorum kan vervullen, nog niet beantwoord. In de praktijk is de classispredikant regelmatig een pastor voor dominees, kerkelijk werkers en pioniers. De opmerking van het synodelid dat de classispredikant zijn of haar taak vooral ‘hoog over’ invult, herken ik niet. Zij gaat op bezoek bij een zieke collega, luistert naar het verhaal van een predikant die haar hart lucht over een moeilijke situatie waarin zij zich bevindt. In de reguliere bezoeken aan voorgangers spreekt hij vertrouwelijk over (geestelijk) wel en wee.
Spanning in het profiel van de classispredikant?
In de discussies in de synode die voorafgingen aan de introductie van de classispredikant is regelmatig gewezen op de spanning die gegeven is met het profiel van deze beoogde ambtsdrager. Ds. Evert van Leersum, toenmalig afgevaardigde, verwoordde het in 2015 als volgt: ‘En hoe zit het dan met de zorg voor predikanten als deze toevertrouwd wordt aan degene die ook bevoegdheden heeft om over plaats en positie van diezelfde predikanten ingrijpende beslissingen te kunnen nemen?’ De classispredikant heeft inderdaad bevoegdheden. Hij ‘(…) geeft gestalte aan de verantwoordelijkheid van de classicale vergadering voor het toezien op gemeenten en de ambtsdragers’ (ord. 4-16-1) en beschikt over instrumenten om deze functie uit te oefenen (interveniëren, mediation aanbevelen, tijdelijke maatregelen nemen, procedures op gang brengen). Uit deze – in de kerkorde geformuleerde opdracht – blijkt dat de classispredikant een brede blik heeft. Als er spanningen zijn in een gemeente weegt naast het belang van de voorganger ook het belang van de kerkenraad en de gemeente als geheel. De classispredikant heeft in zo’n situatie bijvoorbeeld de mogelijkheid om het college voor de visitatie te verzoeken de gemeente te visiteren (ord. 4-16-4). Wat de eventuele gevolgen zijn van de visitatie voor de gemeente en de voorganger(s) is vooraf niet te voorspellen.
In september 2023 zijn de classispredikanten vijf jaar verbonden aan hun classis. De vraag of de classispredikant pastor pastorum is, wordt nog steeds gesteld. Omdat het wat mij betreft een belangrijke vraag is, heb ik besloten als geassocieerd onderzoeker van de Protestantse Theologische Universiteit op zoek te gaan naar een antwoord. Later dit jaar verschijnt naar aanleiding van deze vraag een artikel dat ik samen met prof. dr. Henk de Roest geschreven heb. Dát de classispredikant een pastor is en dus een pastorale attitude moet hebben, staat voor mij buiten kijf. Dat is gegeven met het ambt van predikant. De vraag is echter of hij specifiek een pastor pastorum is. Voor een antwoord moet u nog even wachten op het artikel in Kerk en Theologie.
dr. Wilbert van Iperen is classispredikant van de classis Veluwe. Daarnaast is hij als geassocieerd onderzoeker verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit.