Aan tafel - over gastvrijheid in de Bijbel

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
De mensen zijn altijd op pad geweest. Wie onderweg is heeft vaak hulp nodig of een bed, bad en brood. Wereldreizigers, jongeren op pad, pelgrims, zij die naar Santiago lopen, vrijwillige trekkers, maar ook vluchtelingen, die misschien nog het meest, zijn afhankelijk van hulp en gastvrijheid.

Door ds. Diemer de Jong

Zou daarom de gastvrijheid zo belangrijk zijn in de Bijbel? Het moet haast wel. Als iemand aanklopt wordt er opengedaan als het goed is. Jezus gaat hier ook gewoon van uit, het is bij Hem vanzelfsprekend om open huis te houden. Hij zegt: Zelfs midden in de nacht zal iemand zijn vriend toch wel opendoen en helpen? Dus ga maar naar de hemelse Vader en houd niet op met bidden, zoeken en kloppen, Lucas 11. Dit is waarom gastvrijheid gewoon moet. Omdat God gastvrij is op een manier die we niet voor mogelijk zouden houden, als Hij het ons zelf niet had gezegd.
Gastvrij zijn brengt ons dichtbij het geheim van het Koninkrijk. Als Jezus naar het Huis van zijn Vader gaat, Johannes 14, om daar voor ons een plaats klaar te maken, dan betekent dat de allergrootste gastvrijheid voor mensen. Je mag bij God zijn, dat is oneindig goed. Gastvrijheid, die wij elkaar aanbieden, brengt dus iets mee van dat grote welkom dat de Here God geeft. Wees welkom.

Bijbelse lijnen

Israël kreeg van God de wet en daarin staat gastvrij zijn hoog in het vaandel. Het komt regelmatig voorbij. In Exodus 23: 9 en Leviticus 19: 33 lees je: Vreemdelingen mag je niet uitbuiten, niet onderdrukken, heb hen lief als jezelf. In Deuteronomium 1: 16 worden de rechters opgeroepen om ook vreemdelingen recht te doen. Ieder mens is de Here God even lief, Deuteronomium 10: 18, vreemdelingen, wezen en weduwen behandelt Hij gelijk. God bewijst hen zijn liefde door hen te geven. Dat zingen we ook met Psalm 146: Wees en weduw en ontheemde doet Hij wonen op zijn erf. Hij behoedt de weg der vreemden. Je bent zelfs vervloekt als je de vreemdeling slecht behandeld, Deuteronomium 27: 19. Vreemdelingen zijn gasten, ze mogen de feesten meevieren.
Zo werd Jezus gastvrij ontvangen door Marta, Lucas 10: 38. Ook als een uitnodiging gebruikt wordt om Jezus in de val te lokken, Lucas 14: 1 blijkt hoe belangrijk en eigenlijk ‘heel gewoon’ bij het leven horend gastvrijheid is. Volgens de Bijbel kun je het leven niet goed denken zonder gastvrijheid. Het is een gebod voor alle christenen tegenover alle mensen, Romeinen 12: 13. Door gastvrij te zijn kom je dichtbij wat God bedoelt en hoe Hij zelf voor ons is. Het is een gebod dat ons bij de ander brengt.

Waarom gastvrij zijn moet

Er zijn wel drie redenen om gastvrij te zijn. Allereerst, Leviticus 19: 34, je weet wat het is om een vreemdeling te zijn, want jullie waren het ook, in Egypte. En, Leviticus 25: 23, in het beloofde land ben je ook vreemdelingen, te gast bij de Heer. En, Psalm 119: 19, op aarde is de mens als een vreemdeling, onderweg naar een vaderland. In Hebreeën 11: 13- 16 zijn ze een voorbeeld voor ons.

Gastvrijheid maakt je anders

En dat diepe besef, dit geloof, verandert je levenshouding. Gastvrijheid laat zien dat er liefde is. Het is een uitingsvorm van de liefde. Jezus zei tegen de farizeeër, die Hem uitgenodigd had, Lucas 14: 12- 14, dat hij niet alleen zijn vrienden moest uitnodigen, maar juist ook de armen en kreupelen en verlamden en blinden. Want die kunnen niets terugdoen, zoals je vrienden dat wel kunnen doen.
Daarmee laat Jezus ons zien dat iemand, die gastvrijheid biedt, iets geeft en ook iets ontvangt, het welkom van de Vader. Want gastvrij zijn is een houding die je brengt bij het Koninkrijk van God. In Matteüs 25 zegt Jezus dat ons heil er zelfs van afhangt! Dat wij het Koninkrijk mogen binnengaan als wij de hongerigen voeden en de vreemdelingen opnemen. Jezus ging met iedereen om en vraagt dat ook van ons. Wij leren het van Hem. Hij zegt: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.Als de Heer binnenkomt worden de rollen omgedraaid. Hij die gevraagd werd wordt de gastheer, Openbaring 3: 20

Radicaal

Gastvrijheid is niet zomaar een leuk ding wat je kunt doen of ook niet kunt doen, al naar gelang of het je uitkomt of dat het iets is dat bij je past. Nee, het hoort erbij en het moet gebeuren, het is een pijler van goed leven. Er zit iets radicaals in de Bijbelse gastvrijheid. Het hoort gewoon bij het leven en als het er niet is, dan mist er iets fundamenteels. Als er geen welkom voor een ander is, zijn er twee verliezers. Twee mensen komen dan tekort. Want ook wie uitnodigt wordt er beter van. In de ontmoeting zit groei van de ziel. Dat is een gemest kalf waard. Wie de ander in de ogen ziet, uit het hart deelt, komt een mens tegen en dat sterkt.

Aan de slag

Je kunt over gastvrijheid nadenken en spreken, maar het mooiste is misschien wel om het te doen. Denk aan groepswerk in de kerk. Gespreksgroepen, catechesegroepen, seniorenbijeenkomsten, gemeentegroeigroepen en de Alpha-cursus. Bij die laatste speelt samen aan tafel en samen eten een grote rol. Niet alleen omdat je voedsel nodig hebt, maar ook omdat het je samenbrengt. Je hoort erbij, je wordt niet buitengesloten. Je wordt niet overgeslagen. Je wordt gezien. Je wordt uitgenodigd.
En dat welkom kun je op veel meer tijden en plaatsen gaan doen. Een lunchvergadering van het moderamen. Een etentje overdag of in de avond, met wie maar wil en een kort onderwerp of muziekstuk, we noemen het in onze kerk ‘Praten met volle mond’. Thuis vergaderen. Een wijkbijeenkomst die het karakter krijgt van een buurtontmoeting in de straat met een welkom voor ieder adres, ook niet-kerkleden.
Estafette eten, waarbij een aantal mensen koken en anderen aanschuiven om te eten. Na het voorgerecht verkas je naar een ander huis voor het hoofdgerecht en het derde welkom is op het toetjesadres. Een prima manier om kennis te maken, meer mensen te leren kennen. Die twee die na Pasen naar huis in Emmaüs liepen, vroegen Hem ook om binnen te komen. Hij was de Gast. Zij waren zijn welkom, maar zíj vroegen om hulp. Hij brak het brood en kwam hen nader, zoals zij nog nooit een welkom hadden beleefd, het welkom van de Vader.